Het is historisch bewezen dat stijgende tarieven geen motor zijn voor groei, zegt Dr. Bert Flossbach, medeoprichter van Flossbach von Storch SE. Een prominent voorbeeld is de Smoot-Hawley Tariff Act van 1930, die op de website van de Amerikaanse Senaat wordt ‘geëerd’ als een van de meest rampzalige wetten in de geschiedenis van het Congres. Het doel ervan was om noodlijdende boeren te steunen.
Uiteindelijk steeg de gemiddelde tariefdruk echter met ongeveer 20 procentpunten. De belangrijkste handelspartners van Amerika reageerden met agressieve tegenmaatregelen en invoerbeperkingen op Amerikaanse goederen. De export van de VS naar landen die vergeldingsmaatregelen namen, daalde met maar liefst 33 procent. Bijzonder schadelijk was dat de daling juist de meest waardevolle exportsectoren van Amerika trof, zoals auto's en landbouwproducten, terwijl de wetgeving juist bedoeld was om die sectoren te beschermen.
De VS hebben echter al tientallen jaren een tekort op de handelsbalans (zie figuur 1). Zelfs hogere Amerikaanse invoerheffingen zouden daar weinig verandering in brengen. Tegelijkertijd hebben de Verenigde Staten een aanzienlijk overschot op de dienstenbalans, dat voornamelijk wordt aangedreven door grote Amerikaanse technologiebedrijven. De Europese Unie (EU) heeft hier een geldig argument, aangezien zij hetzelfde argument als Trump zou kunnen gebruiken om invoerheffingen op Amerikaanse diensten op te leggen in verband met handelsoverschotten. Een dergelijke stap zou echter vrijwel zeker door Trump als een provocatie worden gezien en waarschijnlijk tot verdere vergeldingsmaatregelen leiden.
In hoeverre het aanhoudende tariefconflict de groei in de VS en de wereldeconomie als geheel zal beïnvloeden, is nog niet te voorzien, temeer daar niemand weet welke Amerikaanse tarieven uiteindelijk op welke producten uit welke landen zullen worden geheven. In de meeste gevallen zal het basistarief waarschijnlijk op 10 procent blijven, hoewel landen die Trump niet mag, hogere tarieven moeten verwachten. Hetzelfde geldt voor individuele sectoren, zoals staal of auto's, die hij in eigen land wil beschermen en in het buitenland wil benadelen. Het lijkt vrijwel zeker dat Trump zal blijven teruggrijpen naar zijn favoriete middel om druk uit te oefenen, wanneer de omstandigheden – of gewoon zijn humeur – dat vereisen.
Het snelle herstel van de kapitaalmarkten heeft echter aangetoond dat het tariefbeleid van de VS niet langer de belangrijkste zorg is voor beleggers. Dit geldt vooral voor de Amerikaanse aandelenmarkt, waar een handvol grote technologiebedrijven de toon aangeven en de indexprestaties bepalen. Voor deze bedrijven wordt de koers van hun bedrijfs- en investeringsplannen slechts in beperkte mate beïnvloed door het Amerikaanse handelsbeleid, tenminste zolang de EU afziet van vergeldingsmaatregelen in de vorm van invoerheffingen op diensten. In plaats daarvan staan de door AI aangestuurde digitale transformatie en de kansen die deze biedt duidelijk centraal.
Dit komt ook tot uiting in de winstverwachtingen voor Amerikaanse bedrijven, waar zowel voor dit jaar als voor volgend jaar een groei van meer dan 12 procent wordt verwacht (zie figuur 2).
De verwachtingen zijn bijzonder hooggespannen voor grote technologiebedrijven. Dit geldt met name voor de zes zwaargewichten – Nvidia, Microsoft, Amazon, Meta, Broadcom en Alphabet – waar analisten voor dit jaar een winststijging van 26 procent en voor 2026 van bijna 17 procent verwachten. In absolute cijfers zou dit neerkomen op een winst van bijna 600 miljard dollar volgend jaar, 50 procent meer dan in 2024, en gemiddeld 100 miljard dollar voor elk van de zes bedrijven. Hiermee zou het winstaandeel van deze zes bedrijven in de Amerikaanse aandelenindex S&P 500 meer dan verdubbelen, van iets minder dan 9 procent in 2019 tot meer dan 22 procent (zie figuur 3).
Nvidia zal veruit de grootste bijdrage aan de groei leveren. In 2025 en 2026 zal de fabrikant van de momenteel krachtigste AI-chips zijn winst naar verwachting met 66 miljard dollar verhogen tot 139 miljard dollar. Dit komt neer op 12 procent van de totale verwachte marktgroei, wat aantoont hoe afhankelijk de groeivooruitzichten van de Amerikaanse aandelenmarkt zijn van één enkel bedrijf of, meer in het algemeen, van het ecosysteem van de digitale transformatie.
In tegenstelling tot de internethype rond de eeuwwisseling – toen winsten schaars waren maar de fantasieën hoogtij vierden – werken de meeste technologiebedrijven tegenwoordig met winstgevende bedrijfsmodellen. De drijvende kracht achter deze buitengewone groei is de digitale verandering, die door de opkomst van kunstmatige intelligentie sneller en ingrijpender verloopt dan enkele jaren geleden werd verwacht.
Deze ontwikkeling heeft niet alleen gevolgen voor ons privéleven en het bedrijfsleven, maar ook voor de staat zelf, die zijn digitale soevereiniteit moet waarborgen om zijn politieke slagkracht en economische stabiliteit te behouden. Bedrijven en overheden moeten hun aanval- en verdedigingscapaciteiten tegelijkertijd versterken – door te investeren in nieuwe bedrijfsactiviteiten, efficiëntie en essentiële cyberbeveiliging.