Uit de Energiemonitor Klantbeleving van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat veel huishoudens actief bezig zijn met de keuze van hun energiecontract en met het verduurzamen van hun woning. Dit is positief, zeker gelet op de toenemende keuzemogelijkheden in de energietransitie en de kansen die dit voor de actieve consument oplevert. Uit de Monitor blijkt dat er ook veel mensen zijn die zich wel oriënteren, en na het vergelijken besluiten om bij hun huidige leverancier te blijven. Hierdoor is het aantal mensen dat een actieve keuze maakt hoger dan blijkt uit de blijkt uit de overstapcijfers. Tegelijkertijd ziet de ACM dat veel consumenten op obstakels stuiten bij het vergelijken van contracten en aanbiedingen.
Uit de Monitor blijkt dat een meerderheid van de consumenten (59%) vindt dat er te veel leveranciers zijn om goed overzicht te houden. Meer dan de helft (55%) vindt het moeilijk om prijzen goed te doorgronden vanwege tijdelijke acties en welkomstkortingen. Ruim een kwart vindt het moeilijk om energiecontracten en leveranciers met elkaar te vergelijken (28%). De ACM heeft hier al vaker aandacht voor gevraagd en start nu een onderzoek om te kijken hoe de transparantie en vergelijkbaarheid verbeterd kan worden. Belangrijk is dat huishoudens weten waarvoor ze kunnen kiezen en de opties kunnen vergelijken. Dat vergroot niet alleen het vertrouwen in de markt, maar ook de betrokkenheid bij de energietransitie.
ACM-bestuurslid Manon Leijten: “In de energietransitie nemen de keuzemogelijkheden voor consumenten toe. Het is belangrijk dat consumenten een goed geïnformeerde keuze kunnen maken en energiecontracten eenvoudig en eerlijk kunnen vergelijken. Energieleveranciers hebben hierbij en belangrijke rol. Door duidelijke, vergelijkbare en begrijpelijke informatie te geven over prijzen, voorwaarden en duurzaamheid, kunnen zij consumenten helpen om weloverwogen keuzes te maken.”
Leveranciers kunnen huishoudens helpen met een goede keuze maken, maar de ACM benadrukt hierbij opnieuw dat telefonische verkoop niet de juiste weg is. Uit de monitor blijkt dat één op de vier huishoudens (26%) het afgelopen jaar telefonisch is benaderd voor een nieuw energiecontract. Bijna de helft van deze consumenten (45%) voelde zich daarbij onder druk gezet, en twee derde (67%) vond het vervelend om ongevraagd te worden gebeld. De ACM roept daarom op om te stoppen met telefonische werving.
De ACM heeft in de monitor ook gekeken naar huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet. Deze groep is minder tevreden over de totale dienstverlening van hun leverancier dan huishoudens die verwarmen met gas of elektriciteit (54% vs. 71%). Over het algemeen zijn warmteverbruikers wel tevreden over hoe snel en goed het water verwarmt, maar minder tevreden over de hoogte van de prijzen en het inzicht in het verbruik. Warmteverbruikers kunnen zelf niet kiezen van welke leverancier zij hun warmte afnemen. Daarom vindt de ACM het belangrijk dat warmtebedrijven open en begrijpelijk te communiceren over tarieven en dienstverlening en dat warmteleveranciers die dienstverlening ook daadwerkelijk leveren, zodat consumenten beter inzicht krijgen in wat zij betalen en waarom. Dat draagt bij aan vertrouwen in de warmtemarkt en aan de voortgang van de energietransitie.
Ongeveer de helft (48%) van de consumenten is actief bezig met het verduurzamen van hun woning. Deze consumenten hebben al meerdere verduurzamingsmaatregelen genomen, zoals zonnepanelen, een warmtepomp of isolatie. De meest genoemde reden om te verduurzamen is geldbesparing (70%) gevolgd door het tegengaan van klimaatverandering (44%) en het minder afhankelijk zijn van andere landen (34%). Huishoudens die niet actief verduurzamen willen dit vaak wel, maar kunnen dit niet. Bijvoorbeeld omdat ze een huurwoning hebben (42%), waardoor ze niet zelf kunnen beslissen. Consumenten die beperkt of niet actief zijn om dat zij het lastig vinden om te verduurzamen, zeggen vooral geholpen te zijn met een overzicht van subsidies (39%), persoonlijke hulp vanuit gemeente/overheid (29%) en stapsgewijze (27%) informatie in een begrijpelijke taal (28%).