Slechts 9,5% van de zzp’ers in Nederland bouwt actief pensioen op via een lijfrentevoorziening. Dat blijkt uit een analyse van kennisplatform Onderneming.nl , op basis van de meest recente cijfers van het CBS . Hoewel veel zelfstandigen zich op een andere manier proberen in te dekken via spaargeld, eigen vermogen of de waarde van hun woning, ontbreekt bij het merendeel een structureel pensioen dat toereikend is voor later.
Veel zelfstandig ondernemers rekenen op eigen vermogen of hun woning als buffer voor later. In de praktijk blijkt die ruimte beperkt . Het gemiddelde bedrijfsvermogen van zzp’ers ligt rond de €34.400, wat onvoldoende is om langdurig op terug te vallen na pensionering.
Hoewel veel zzp’ers vertrouwen op hun spaargeld of woning, is dat in de praktijk zelden genoeg.“Veel zzp’ers rekenen op hun eigen woning of spaargeld, maar vergeten dat dat geld vaak al ergens voor bestemd is”, zegt Gabriël Baysoy, zzp-expert bij Onderneming.nl. “Een écht pensioen vraagt om een aparte, structurele aanpak.”
Onder de groep zzp’ers zonder pensioenregeling, noemt 50% de kosten als voornaamste reden om niets te doen. Ruim een kwart geeft aan er simpelweg nog niet aan toegekomen te zijn. Daarmee heeft het merendeel van de zzp’ers geen vaste regeling voor later.
Naast kosten en tijdgebrek speelt ook uitstelgedrag een rol.“Pensioen voelt voor veel zelfstandigen als iets voor later, tot het ineens later is”, aldus Baysoy. “Juist omdat er niemand is die het voor je regelt, moet je als zzp’er zelf het initiatief nemen.”
Steeds meer zelfstandigen blijven ook na hun AOW-leeftijd actief. De gemiddelde gewenste pensioenleeftijd onder zzp’ers ligt op 66 jaar, terwijl 55-plussers zelfs 69,5 jaar noemen. De cijfers sluiten aan bij de praktijk : in 2024 had bijna 20% van de 65- tot 75-jarigen nog betaald werk, het dubbele van tien jaar eerder.
Er liggen plannen voor strengere regels rondom pensioenopbouw voor zzp’ers. In een recent wetsvoorstel staat dat zelfstandig werkenden alleen als zzp’er kunnen blijven werken als ze kunnen aantonen dat ze een “proportionele voorziening voor later” hebben getroffen. Voor sommige beroepsgroepen, zoals huisartsen of schilders, bestaan zulke verplichte pensioenregelingen al langer.
Ook werkt het kabinet aan een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Die moet inkomenszekerheid bieden tot aan de AOW-leeftijd, met een verwachte premie van 6,5% van het inkomen. De invoering hiervan wordt op z’n vroegst verwacht in 2027.