Dat de industrie voorlopig toch geen CO2-heffing hoeft te betalen voor de uitstoot die de bedrijven veroorzaken, is alsof de overheid de klimaatdoelen bij het vuilnis zet.
Voor de oude, fossiele industrie is dit een cadeautje. Het haalt de prikkel om te veranderen weg. De heffing treft vooral de bedrijven die te traag overstappen op schone alternatieven. Het schrappen komt dus vooral ten goede aan bedrijven die hun verduurzaming niet of nauwelijks aanpakken. Het is onzin dat het om allemaal hoogstaande, innovatieve industrie zou gaan. De industrie die wel verduurzaamt raakt het voordeel dat het hen zou opleveren kwijt.
Er lag een goed klimaatpakket vanaf 2019, met lange termijn focus dat nu zomaar van tafel verdwijnt. Dat is een typisch voorbeeld van een onbetrouwbare overheid, vooral naar de partijen die wel druk aan het verduurzamen zijn. En nu moeten er nieuwe klimaatmaatregelen worden verzonnen om de klimaatdoelen alsnog te halen. Je kunt niet maatregelen schrappen en beweren dat de doelen blijven staan. Daarbij komt ook nog eens dat de opbrengsten van de heffingen, honderden miljoenen, in verduurzaming gestoken konden worden. Dat geld is nu verdwenen.
Ook de industrie zelf is niet onverdeeld blij als de CO2-heffing van tafel gaat. Zij snappen dat de verduurzaming van de industrie moet doorgaan. Een brede maatschappelijke alliantie, inclusief de industrie en VNO-NCW, pleitte vorige week nog voor voortzetting van het huidige beleid. Met het schrappen van de heffing wordt daar geen gehoor aan gegeven. Daarnaast zorgde de CO2 heffing voor meer druk op innovatie en het zoeken naar productiemethoden die minder vervuilend zijn.
Suikercoöperatie Cosun, die de komende jaren driekwart van de uitstoot gaat terugdringen, is een voorbeeld van hoe het zou moeten gaan. Bedrijven die veel uitstoot produceren, moeten niet jammeren, maar zo snel mogelijk omschakelen naar andere productiemethoden. Nu hebben de achterblijvers weer een reden om weinig haast te maken.
Bijdrage door Nancy Kabalt-Groot, Windkracht5